Het kortste antwoord hierop is: “Dit mag nooit meer gebeuren!” Vooralsnog is dit een wensdroom.
De iets uitgebreidere uitleg is, dat wat mij is overkomen ook ú zou kunnen treffen. Of misschien heeft u dit zelf reeds ondervonden. Het komt namelijk dagelijks voor. Overal zijn er doofpotten. Alleen komt niet alles in de openbaarheid. Stil leed.
Leest u maar eens het voorwoord van de Algemene wet bestuursrecht, de Awb uit 2002 en 2005. Geschreven door professor en hoogleraar A.Q.C. Tak. Enkele citaten hieruit:
- De huidige rechtspraak richt zich op de controle van voorschriften. De burger is in dit proces verdwenen.
- De veelgeprezen rechterlijke blinddoek dient in de huidige bestuursrechtspraak blijkbaar alleen nog om de rechtzoekenden aan het rechterlijke oog te onttrekken. De burger die de zaak aanhangig maakt is niet langer in beeld.
- Het probleem is dat de adviseursrol je als rechter vrijwel automatisch voor de kant van het bestuur doet kiezen.
- De uitslag van nagenoeg iedere bestuursrechtelijke procedure is voorspelbaar en heeft met rechtsbescherming van de burger niets van doen.
Of, leest u het recent uitgegeven boek van prof. mr. F. Grapperhaus: Rafels aan de rechtstaat.
Daarmee wordt het wetenschappelijk bewijs geleverd, voor wat mij is overkomen. Mijn boek is de blauwdruk hiervan.
De vraag rijst of wij willen dat ‘de overheid’ ons op zo’n onrechtmatige en ongefundeerde wijze behandelt. Ik ben van mening van niet en ik hoop met dit boek een bijdrage te leveren aan de discussie hierover.